School is 1 v.d. 3 context factoren. Onderzoek laat zien dat school een belangrijke belemmering is, voor de ontwikkeling van hoogbegaafdheid.
Drie persoonlijkheidsfactoren te weten buitengewone intelligentie, creativiteit en motivatie (Renzulli in Mönks & Ypenburg, 1993) zijn daarnaast bepalende factoren voor een succesvol doorlopen van de schoolcarriere.
De hoogbegaafde leerling wordt door Mönks en Ypenburg omschreven als een leerling met een intelligentie Quotient (IQ) van 130 of hoger
(Renzulli, 1978; Mönks & Ypenburg, 1993).
School heeft de zorgplicht om hoogbegaafden (h)erkennen
Hoogbegaafdheid kent daarnaast geen genetisch of sociaal-cultureel bepaalde stabiliteit, maar is in hoge mate afhankelijk van de waardering van prestaties of het eerder genoemde aanwezige potentieel (Mönks & Ypenburg, 1993).
Negentig procent van de zogenaamde geïdentificeerde hoogbegaafde leerlingen
doorlopen met succes het onderwijs (Betts & Neihart, 1988).
Dat kan met meer of minder succes gepaard gaan, maar in ieder geval hebben ze geleerd om zonder grote problemen het onderwijsleerproces te doorlopen met hoge scores op de prestatietests als gevolg (Betts & Neihart, 1988).
Wanneer bij een leerling met buitengewone intellectuele capaciteiten niet herkend of erkend wordt wanneer het toe is aan andere activiteiten dan de activiteiten van de leeftijdgenootjes die niet hoogbegaafd zijn,
kunnen er ook problemen ontstaan (de Vries, 1996).
Als de hoogbegaafde leerling bijvoorbeeld ook zijn/haar leeftijdgenootjes niet begrijpt, omdat die anders denken dan de hoogbegaafde zelf, dan kan een dergelijke leerling gaan onderpresteren (de Vries, 1996).
School uitval door zeer hoge aantal slechte leerkrachten
Een aantal opvallende kenmerken van leerlingen die uitvallen zijn slechte toets- en proefwerkresultaten tot zelfs prestaties beneden groepsniveau, vermijden
van nieuwe activiteiten uit angst voor mislukking, blijk geven van een negatieve zelfwaardering en niet graag meedoen aan groepsactiviteiten (Span, 1988).
De school uitval is met onomstotelijk bewijs, veroorzaakt door de extreem slechte leerkrachten.
Buitengewone intellectuele capaciteiten zijn absoluut geen garantie voor een harmonieuze ontwikkeling van een hoogbegaafde leerling, er blijkt ook een mate van creativiteit en motivatie nodig om hoogbegaafdheid tot volledige wasdom te laten komen (Mönks & Ypenburg, 1993).
Welke eisen mogen ouders stellen aan de luie leerkrachten?
Ouders denken over het algemeen dat de school alleen rechten heeft. Dit is echter volledig onjuist. School heeft zoals aangegeven een zorgplicht.
Binnen de school organisatie spelen vier aspecten een rol:
1- de vakinhoud,
2- de leerling,
3- de infrastructuur
4- de leerkracht
(ten Brummelhuis & Kuiper, 2008).
Leerkracht en leerling moeten door schoolbesturen worden ondersteund met een infrastructuur aan materialen die binnen een school beschikbaar zijn
(Riel and Becker, 2008; Drent, 2005; in ten Brummelhuis & Kuiper, 2008).
School als een spinnenweb
Alhoewel veel hoogbegaafde leerlingen zich als gevangen in een web op school voelen, is een school een spinnenweb in essentie.
De rol van de leerkracht in het onderwijsleerproces van de leerling, kan ook worden gezien als één van de kwetsbare draden van een ingenieus spinnenweb (van den Akker, 2003, 2007).
De essentie van leren en leerontwikkeling is op de site van Hoogbegaafd en Dan het uitgangspunt. School is met name een belemmering voor de ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen en pubers.
Referenties
Betts, T.G. & Neihart, M., (1988). Profiles of the gifted and talented. Gifted Child Quarterly, 32(2), 248-253.
Brummelhuis ten, A., & Kuiper, E. (2008). Driving forces for ICT in learning. In: J. Voogt & G. Knezek (Eds.), International Handbook of Information
Technology in Primary and Secondary Education. (pp 97-111). Springer.
Mönks, F.J., & Ypenburg, I.H., (1993). Hoogbegaafde kinderen thuis en op school. Assen, Dekker en van de Vegt, 1993.
Span, P., (1988). Onderpresteren op school door hoogbegaafde leerlingen. Tijdschrift voor orthopedagogiek, kinderpsychiatrie en klinische
kinderpsychologie, 13.
Van den Akker, J. (2003). Curriculum perspectives. An Introduction. In J. van den Akker, W. Kuiper & U. Hameyer (Eds.), Curriculum landscapes and trends, 1-10, Dordrecht, Kluwer
Van den Akker, J. (2007). Curriculum Design Research. In: T. Plomp & N. Nieveen (Eds.), An introduction to Educational Design Research (pp. 37-50). SLO, The Netherlands.
Vries, H., de (1996). Intelligente kinderen. Een handleiding voor opvoeders. Antwerpen: Bosch & Keuning.
Link naar de video ” Teachers With Special Needs.” over slechte leerkrachten en onze scholen:
https://www.nponderwijs.nl/actueel/nieuws/2023/10/02/11-teachers-with-special-needs—laura-batstra